Elke hond is anders, elke behandeling dus ook. De behandeling wordt meestal bepaald door de vachtsoort maar dit kan mogelijk bijgestuurd worden wanneer de hond medische problemen heeft zoals een huidaandoening of een trimallergie. Ook wanneer de vacht anders is dan normaal bijvoorbeeld ruw of eerder te zacht door castratie of sterilisatie. Dit kan een impact hebben op de haartjes waardoor er een slechte plukvacht is en een aangepaste behandeling is vereist.
TRIMMEN
Bij deze behandeling worden de ruwe haren met de vingers uit de vacht geplukt. Dit gebeurt vooral bij ruwharige honden met een vacht die plukrijp is. Indien dit niet het geval is moet met deze behandeling nog worden gewacht om de hond geen pijn te doen, noch de huid te beschadigen. De werkwijze van plukken kan afwijken van een gewone behandeling wanneer de kwaliteit van de vacht niet zo goed is.
BLAAS- EN DROOGTECHNIEK
Bij deze techniek wordt de hond in bad goed gewassen en geweekt zodat de dode haren loskomen. Nadien wordt het huisdier afgedroogd en met de waterblazer gedroogd. Dit is een krachtige droger die ervoor zorgt dat de vacht eerst vanbinnen begint te drogen en nadien pas de bovenvacht zodat de hond echt volledig droog is. Tijdens deze behandeling worden de losse haren verwijderd. De hond krijgt voldoende de tijd om te wennen aan deze werkwijze én aan de droger omdat dit langzaam wordt opgebouwd. De blaas- en droogtechniek wordt meestal gebruikt bij gladharigen tot honden met stokhaar, normaal tot langharigen, kort golvend met een dikke ondervacht en bij lange, ruige dekharen met veel ondervacht.
ONTWOLLEN, KNIPPEN EN EFILEREN OF SCHEREN
Knippen en effileren wordt dan vooral weer toegepast bij honden met krulvachten of kort zijdehaar met bevedering. Het haar van deze honden wordt volledig in model geknipt. Bij het scheren wordt de vacht tot op een bepaalde lengte geschoren met een tondeuse. Als klant kiest u zelf de gewenste lengte.Deze techniek kan niet toegepast worden op alle vachten.